donderdag 29 maart 2007

Mediaplanner krijgt het druk

Online reclame groeit hard, en dat maakt het werk van de mediaplanner er niet makkelijker op. Want er zijn voorlopig veel meer vragen dan antwoorden.Voor de mediaplanner was internet tot voor kort nog een marginaal medium. Het was hoogstens geschikt voor direct responseachtige campagnes en nam in de meeste mediaplannen een bijrol in. Dat begint te veranderen.In de Verenigde Staten gaat dit jaar naar verwachting 10 procent van de reclamegelden naar internet. Dat betekent dat mediaplanners online serieus moeten nemen. Maar voorlopig zijn er veel meer vragen dan antwoorden. Want wat kun je als adverteerder met blogs doen? Hoe kan internet gecombineerd worden met andere media? En op welke manier kan podcasting worden ingezet?Pasklare antwoorden zijn er niet, wel wat richtlijnen. Zo is duidelijk dat ‘word of mouth’, de oervorm van reclame, op internet buitengewoon effectief is. Dus zullen merken nog meer zorg moeten besteden aan de zorgvuldigheid van hun claims, want elke misser is binnen de kortste keren publiek. Internet betekent ook dat planners moeten leren leven met een flinke dosis onzekerheid. Een vaste hoeveelheid GRP’s inkopen is er op internet niet bij.

Mediaplanner heeft het moeilijk

woensdag 28 maart 2007

dinsdag 27 maart 2007

Overal reclame


Overal Reclame


{title}

Naar aanleiding van het zien van deze bagageband ben ik op zoek gegaan naar meer soortgelijke "aparte/nieuwe plekken" die gebruikt worden voor advertising. Trendwatchwebsite the Coolhunter gebruikt simpelweg stickers. Voor de promotie van de XBOX360 gebruiken ze liever een verlichte boot. De TBWA gebruikt posters waar je zelf mee aan de slag kan. Of deze outdoorad tegen rijden met een slok op.

Naast het visuele aspect worden er ook al een tijdje geuren ingezet ter bevordering van de beleving. Eerst waren daar de geurende koekjes, maar het is tegenwoordig zelfs al geoorloofd om de geur van hondenvoer te gebruiken om de Bello's en Vikky's van deze wereld te verleiden. Hoever gaat dit? Wordt ik straks, net als Tom Cruise in de film "Minority Report", aangesproken door abri's die volautomatisch mijn iris scannen en me op basis van mijn profiel een vakantie aanbieden. Is alles in Marketing geoorloofd of valt het eigenlijk allemaal wel mee?ze bagageband ben ik op zoek gegaan naar meer soortgelijke "aparte/nieuwe plekken" die gebruikt worden voor advertising. Trendwatchwebsite the Coolhunter gebruikt simpelweg stickers. Voor de promotie van de XBOX360 gebruiken ze liever een verlichte boot. De TBWA gebruikt posters waar je zelf mee aan de slag kan. Of deze outdoorad tegen rijden met een slok op.Naast het visuele aspect worden er ook al een tijdje geuren ingezet ter bevordering van de beleving. Eerst waren daar de geurende koekjes, maar het is tegenwoordig zelfs al geoorloofd om de geur van hondenvoer te gebruiken om de Bello's en Vikky's van deze wereld te verleiden. Hoever gaat dit? Wordt ik straks, net als Tom Cruise in de film "Minority Report", aangesproken door abri's die volautomatisch mijn iris scannen en me op basis van mijn profiel een vakantie aanbieden. Is alles in Marketing geoorloofd of valt het eigenlijk allemaal wel mee?

Overal Reclame · Marketingfacts

Lucht verkoopt

Lucht verkoopt27 maart 2007 8:00De cosmeticabranche plaatst al jaren geuradvertenties in tijdschriften. Tijd om groter te denken. Marketeers zetten hun zinnen op billboards en abri’s.Amerikaanse adverteerders besteden dit jaar 80 miljoen dollar aan geuradverteren. Analisten verwachten dat riekende reclameuitingen minstens even populair worden als online adverteren.Bijvoorbeeld een bushokje dat de geur van chocoladekoekjes verspreidt. Klinkt leuk, maar een ondernemer in San Fransisco kreeg flink wat klachten over zijn dampende bushok. Omwonenden bleken allergisch voor het chemische stofje dat de geur verspreidde.Ook Wall-Mart experimenteert met DVD’s die geur verspreiden. Van brandende gebouwen tot een afgevuurd pistool...

Lucht verkoopt - SproutLucht verkoopt

maandag 26 maart 2007

Surf en kijkcijfers vergeleken

Surf- en kijkcijfers vergeleken
Vorig jaar werd bij de verkoop van YouTube aan Google bekend dat YouTube wereldwijd een aandeel van 50% heeft in de consumptie van videocontent via internet. Ik weet niet precies hoe het aandeel gemeten en berekend is, maar die 50% klinkt niet vreemd in de oren. Dat betekent dat het speelveld van alle andere partijen beperkt is tot de overige 50%. Daarin bevindt zich sinds kort ook een nieuwkomer luisterend naar de naam Joost (spreek uit: djoest), opgezet door de bedenkers van Kazaa en Skype. Een veelbelovend concept dat ‘televisiekijken’ een nieuwe dimensie geeft. Gaan we nog veel van horen. En zien natuurlijk.

De televisiezenders zelf zijn uiteraard ook actief in de markt van online videocontent. Vooral het concept ‘gemist’ is erg populair gevolgd door nieuws en real life soaps zoals de Gouden Kooi. In januari 2007 werden de sites van de Publieke Omroep, RTL, SBS en Talpa zo’n 82 miljoen keer bezocht . Dat is 35% meer dan een jaar geleden. De Publieke Omroep realiseerde in diezelfde maand een netto online bereik van 6,1 miljoen bezoekers. Dat is 22% meer dan een jaar geleden. Op televisie namen de kijkcijfers wat af in januari. De kijkdichtheid van tv totaal (alle zenders) daalde 3% . De daling was op televisie bij Talpa het grootst met -10%. Daar staat wel een stijging van het online bereik tegenover van +118%.


Tabel 1: 

image

ontwikkeling online bereik (internet) en kijkdichtheid (televisie) januari 2007 ten opzichte van januari 2006

Bovenstaande tabel laat zien dat de toename van het bereik bij de TV-stations op dit moment vooral bij internet vandaan komt.

Een tweede vergelijking die we kunnen maken is de opbouw van de surf- en kijkcijfers door het jaar heen. Dat staat in de volgende grafiek, waarbij het online bereik en kijkdichtheid per maand op een index zijn gezet. Het gemiddelde van het jaar is hier 100 en internet is hier de sites van de vier genoemde televisiepartijen. Dus niet heel internet!

Grafiek 1: index online bereik en kijkdichtheid (gemiddelde feb. 2006 t/m jan. 2007 = 100)

image

De surf- en kijkcijfers correleren bij de TV-partijen naar seizoen. Het voor- en najaar zijn beduidend hoger dan de zomerdip. Als we de gegevens uit de bovenstaande grafiek wegzetten naar absolute getallen is te zien dat de fluctuaties op televisie het grootst zijn. Dit jaar is dit wat extremer dan normaal door het WK Voetbal. De piek in kijkdichtheid is goed te zien bij de Publieke Omroep in de volgende grafiek:

Grafiek 2:

image

kijkdichtheden televisie per maand, 18-24 uurimageBron: Maandperformance RTL (televisie = 18-24 uur)Voor internet zijn de schommelingen van het maandbereik veel kleiner bij de TV-stations. Opvallend is ook dat Talpa sinds juli vorig jaar online groter is dan SBS:

Grafiek 3: gemiddeld online maandbereik televisie-exploitantenimage

image

Surf- en kijkcijfers vergeleken

Slimme reclamestrategieen

Vier slimme reclamestrategieënHoe bereik je als marketeer een breed publiek? Niet door meer van hetzelfde te bieden. Wel door slimme strategieën, zoals de flessenhals- en de Trojaanse Paard-benadering.Terwijl consumenten hun best doen de ‘reclameclutter’ te ontwijken, zoeken adverteerders juist naar wegen om hun boodschap toch te laten opvallen. Simpelweg meer lawaai maken is duur en niet al te effectief. Veel beter is het te kiezen voor een van de vier volgende, slimme strategieën: * Aanwezig zijn in flessenhalzen. Op drukke punten, zoals roltrappen en wachtruimtes op het vliegveld, kunnen mensen nauwelijks om de boodschap heen. Met de enorme aantallen passanten is het bereik vanzelf hoog. * Een Trojaans paard inzetten. Dat kan door op een quasi-onopvallende manier binnen te dringen in een omgeving waar men niet zo aan reclame gewend is. Een voorbeeld is reclame op koffiekopjes in conferentieruimtes. * Mensen bereiken als ze zich ontspannen, bijvoorbeeld tijdens het golfen. In een relaxte omgeving staan consumenten minder negatief tegenover reclame. * Mensen verleiden tot een spelletje waarin reclame verpakt zit. Een game of andere interactieve bezigheid zorgt vanzelf voor concentratie en dat komt de aandacht voor de reclame ten goede. Bron: MIT Sloan Management Review

Vier slimme reclamestrategieën

Wat doet de consument in 2010?

Wat doet de consument in 2010?
In 2010 is het consumentengedrag nog uniformer geworden, zo meent het digitale adviesbureau TietoEnator in een beschouwing.
Het aantal wereldwijd aangeboden diensten neemt toe. De digitale winkel is altijd open en klanten verwachten directe reactie. Het digitale kanaal - internet en mobiel internet - worden het primaire communicatiekanaal. In eerste instantie voor dienstverlening, maar ook voor pure productverkopen.
Digitalisering is eenvoudig te kopieren door de concurrentie. Positieve klantervaringen zijn echter minder te kopiëren door concurrenten, maar worden wel onderling overgedragen door consumenten.
In 2010 berust de macht dus bij de digitale consument. De voorspellingen zijn: 1. De digitalisering van de maatschappij brengt de consument aan de macht. 2. De slag wordt gewonnen door diegene die een warme klantrelatie kan creëren in de koude digitale wereld. 3. Bedrijven moeten het effect van iedere IT-investering ten aanzien van het digitale kanaal beschouwen. 4. Agressieve marktovernames worden een gemeengoed. Het binnenkomen in markten is gebaseerd op een digitaal product. 5. Digitale dienstverlening wordt belangrijker in de keuze van de consument voor zijn leverancier. Dit werkt ook door in de klantloyaliteit. 6. Bedrijven die digitalisering onderwaarderen, komen op achterstand te staan.

Wat doet de consument in 2010?

Wat is een goede website?

Wat is een goede website?

Op uitnodiging van Intomart GfK was ik gistermiddag bij een kort seminar over het meten van de usability van websites. Er werden twee methodes besproken die qua opvatting ver uit elkaar liggen en daardoor ook totaal verschillende benaderingen kennen. De eerste werd ingeleid door Prof. Marcel Creemers, die verbonden is aan de VU als hoogleraar e-commerce en tevens adviseert vanuit zijn bedrijf Sync.image

Creemers beoordeelt websites vanuit de vraag 'wat is een goede website?' In zijn visie is dat 'een beslissingsondersteunend systeem dat in handen is van de bezoeker en goed ontworpen is als een dienst'.

Voor de beoordeling van websites maakt Creemers gebruik van een vragenlijst die ingevuld wordt door analysten. Er kan gescoord worden op een 22-tal factoren zoals bijvoorbeeld informatie, interactie, advies, personalisatie en aggregatie. De resultaten van de scores worden o.a. weergegeven in radarplots, zoals deze hieronder:

image

De groene en rode website scoren elk boven- en ondergemiddeld op de diverse factoren, waardoor ze onderscheidend van elkaar (kunnen) zijn. Dat is één manier om een benchmark maken. Ook maakt Sync benchmarks op basis van rankings waarbij meerdere websites in een benchmark kunnen vallen.

Een aardige indeling is ook de matrix die Creemers liet zien, waarin op de x-as de customer quality staat en op de y-as de engineered quality. Respectievelijk zijn dat de features die consumenten graag willen hebben en problemen die ze niet willen hebben. Zie onder:

image

Sites die links onder zitten hebben veel functionele problemen en weinig features. Slechte sites dus. Sites die in het tweede quadrant zitten functioneren naar behoren, bij drie zijn ze nuttig en bij vier gewoon goed.

Als voorbeeld noemde Creemers het Amerikaanse Fresh Direct dat uitmunt in het assortiment en de wijze van aanbieden producten. Alvorens je je biefstuk of andere etenswaren hebt ben je bekogeld met vragen en opties waaruit je kunt kiezen. Heel veel features en weinig problemen. Een zeer goede site dus.

image

Meteen daarna laat Creemers de webiste van AH zien. Weinig features. Producten uit de winkel zijn gefotografeerd en zo op internet gezet.

image

Persoonlijk voel ik meer voor de AH-aanpak, maar dat terzijde . . .

Eyetracking

De tweede methode om een website te boordelen op prestaties is eyetracking. Die methode kwam hier al vaker aan bod en nu werd-ie toegepast op twee websites, waarop respondenten opdrachten moesten vervullen. Bij eyetracking registreert men de oogfixatie van de respondent, routing van de fixatie, tijdsduur, klikgedrag en (belangrijk) het hardop nadenken van de respondent. Knelpunten komen op die manier nog makkelijk tevoorschiijn.

Een mooi aspect in de analyse is het onderverdelen van een webpagina in Area's of interest (AIO's). Bijvoorbeeld het logo, een foto, tekst e.d. Met behulp van de eyetrack kun je dan vastleggen hoe lang het duurt voordat een respondent een bepaalde AIO bekeken heeft. Als je dat vervolgens in een grafiek wegzet krijg je dit:

image

Een prachtig plaatje waarin je kunt zien hoeveel % van de respondenten een AIO binnen een bepaalde tijd gezien heeft. Je moet er dus voor zorgen dat de kern van je website in de belangrijkste AIO ligt, zodat bezoekers snel hun weg vinden in plaats van heel lang dwalen over de homepage om vervolgens weer af te haken.

Ook op basis van de eyetrack in combinatie met de opdracht aan respondenten kunnen allerlei scores verzameld worden op basis waarvan uitspraken gedaan worden of een website al dan niet goed is. Dat ligt dus vooral aan het doel van de site en het doel waarmee een bezoeker naar je site komt. Met behulp van Dialogue Error Analysis (DEA) kan één en ander inzichtelijk gemaakt worden. Het is een analytische methode om de meeste problemen te voorspellen die kunnen ontstaan bij daadwerkelijk gebruik. Uit onderzoek blijkt dat deze methode voldoende is om de meeste problemen die tijdens het gebruik op zullen treden te identificeren en te rangschikken m.b.t. ernst van de fouten. Met andere woorden, fouten kunnen toegestaan worden mits ze maar niet teveel in de weg staan bij het behalen van de doelstellingen van de gebruiker. Fouten worden beoordeeld op frequentie en seriousness. De combinatie van die twee geeft de priority rating. Onherstelbare fouten die vaak voorkomen wegen dus zwaarder dan herstelbare fouten die af en toe voorkomen.

Op zich een zeer leerzame bijeenkomst wat weer 's vanuit een heel andere invalshoek het begrip 'communicatie' benadert. De ene website is de andere niet, natuulijk, maar als je de resultaten van dit soort kleinschalige onderzoeken goed analyseert kun je met een paar simpele aanpassingen heel veel efficiencyslagen maken. En de vraag wat nou precies een goede website is is niet zomaar te beantwoorden. Dat ligt er maar net aan met welk doel bezoekers naar je website komen en welke stappen zij moeten nemen om dat doel te bereiken.


Wat is een goede website?

P's van mediabureaus

Personeel
Een veelgehoord probleem is het vinden van goed gekwalificeerd personeel. Marijke van Outersterp: “Eén van mijn zorgen is de vraag hoe je een allround generalist krijgt met breedte/diepte kennis. Volgens mij ligt de oplossing erin dat je zelf moet investeren in opleiden en dan krijg je return of investment.
”Smith vroeg hoe mediabureaus omgaan met de multimediaontwikkelingen. Hoe spelen ze hierop in om de adverteerder goed van dienst te kunnen zijn? In dat kader werd het recente BVA -edenonderzoek naar interactieve media aangehaald, waaruit blijkt dat 60% van de respondenten ontevreden is over de kennis van hun mediabureau aangaande interactieve media. Daar was de zaal het goeddeels mee eens en de zorg werd eveneens gedeeld door het panel.
Positie
Een andere probleem is volgens Cora Baas de ontwikkeling waarbij exploitanten steeds vaker de adviestaak op zich nemen. Baas: “Om dit te ondervangen moet het personeel content kunnen leveren zowel op het gebied van concept/invulling als financieel/strategisch.” Adverteerder Richard Pet brengt aan de orde dat adverteerders steeds meer initiatief naar zich toe trekken en steeds vaker de inkooppower van het mediabureau niet meer nodig hebben.
Passie
Volgens Gun Nieuwenhuis is het de grootste zorg dat er geen passie voor het vak is.
Prijs
Tijdens de bijeenkomst konden panel en publiek reageren op diverse stellingen. Met de stelling ‘Surco moet blijven bestaan anders valt de sector om’, was slechts een enkeling in de zaal het eens. Het panel vond dat de korting/beloningsstructuur transparanter en inzichtelijker gemaakt moet worden. Gun Nieuwenhuis: “Ik wil als bureau graag met adverteerders om de tafel gaan zitten om de surco af te schaffen. Volgens mij moeten adverteerders gewoon meer betalen voor het mediaplan.” Richard Pet reageert: “Reden genoeg dus om niet in zee met een bureau te gaan.
”Op de stelling ‘Betalen op resultaat is de toekomst’ antwoordde het panel dat het voor een bureau moeilijk is om de resultaten te definiëren. Dit zal in samenwerking met de adverteerder moeten gebeuren, die weet wat zijn doelstelling is en hoe die bereikt dient te worden. Kortom de adverteerder moet zijn bureau goed op de hoogte stellen van de cijfers en doelstellingen. En het bureau moet die informatie goed kunnen vertalen naar een strategisch concept.
Professioneel Platform
Ook kwam de crisis rond het platform van media-adviesbureaus, PMA, aan de beurt met de stelling ‘Een professioneel PMA is onontbeerlijk’. Marijke van Outersterp, die net met MindShare uit PMA is gestapt, liet weten hierover geen mening te geven. Wel wenst zij een andere samenwerkingsvorm.
Partner
Adverteerder en BVA lid Bert Kamp reageerde vanuit de zaal op de opmerkingen van Gun Nieuwenhuis, die al zeven jaar geen lid is van PMA en daartoe ook nooit initiatief heeft genomen: “Dat PMA is geklapt is spijtig voor de welwillende mediabureaus, die daar zitting in hebben. Maar het is toch eigenlijk ook een vorm van disrespect naar de adverteerders toe dat de mediabureaus niet in staat lijken zich op te stellen als een eenheid, die een goede sparring partner vormt voor de diverse betrokken partijen. Zonder adverteerders verliezen mediabureaus immers hun bestaansrecht. Daarbij hebben alle volwassen partijen binnen de communicatiebranche een eigen belangenvereniging. Veel grote mediabureaus zien dat in en nemen hun verantwoordelijkheid door deel te nemen aan het platform, maar er zijn met name onder de kleine bureaus veel te veel freeriders die alleen profiteren. Dat is een gemiste kans, omdat er zoveel werk ligt voor PMA, zoals de kwaliteit en kennis van het personeel, interactieve ontwikkelingen, tarieven, NOM, SKO, CMC en de Reclame Code Commissie. Exploitanten en BVA hebben behoefte aan een dergelijke goede counterpart.”Tot slot kon worden gereageerd op de stelling ‘Laat reclamebureaus het media advies maar weer naar zich toe trekken dat is voor iedereen beter’. Richard Pet slaat in zijn reactie de gedachte dat een mediabureau dit beter kan dan een reclamebureau over: “Onzin de kennis ligt bij de adverteerder. Die kan zelf het beste de basis leggen.
”Tot zover de opsomming van de P's met dank aan BVA voor het verslag.
Kort samengevat kampen de mediabureaus dus met een gebrek aan goed personeel, passie, helder prijsbeleid, professioneel platform en partnership en staat de positie onderdruk door toedoen van de exploitanten en adverteerders. Zo'n case moet toch te doen zijn voor een beetje strateeg . . .

De P's van de mediabureaus

Mobiel in sigarettendoosje

rachtig bedacht, als het echt is. Dat lijkt het wel. Het sigaretten- doosje als mobieltje en het mobieltje als sigarettendoosje. Op blog Shanghaiist de volgende brainstorm sessie (plus meer foto's): ‘'De Chinezen houden van mobieltjes.'' ‘'Ja, en ze roken ook graag.'' ‘'Laten we dat combineren.'' ‘'Briljant idee.'' En mooie reclame op plaatsen waar dat niet meer mogelijk is (behalve in China waarschijnlijk). De geschenkdoos is ook prachtig, noteert niet-roker Henk de Hooge op blog Dutch Cowboys. Dus op naar Amerika voor de iPhone en hiervoor naar HongKong, rokers dan.

Reclamewereld.blog.nl | Slim, ook als reclame-idee: Chinees mobieltje in sigarettendoosje

Commercial snickers

Snickers | Stop and Go
http://www.youtube.com/watch?v=PoKRpCiaaoc&eurl=http%3A%2F%2Freclamewereld%2Eblog%2Enl%2Fcampagne%2F2007%2F03%2F24%2Freclameprijs%2Dvoor%2Dverkeerslichtmannetjes%2Din%2Dsnickers%2Dcommercial

YouTube - Snickers | Stop and Go

woensdag 21 maart 2007

Gratis post dankzij reclame

Nieuw initiatief: brieven gratis versturen dankzij reclame erop
21 Maart 2007 09:00: Michael van Os
Vakblad Adformatie had een serie over reclame op onverwachte plaatsen. Van bierfiltje tot wc-bril. Over 't volgende medium vraag je je af waarom we het niet al jaren hebben. Na de gratis e-mail komt nu de gratis p-mail: de gratis papieren post. Dankzij gratis-post.nl , meldt Trouw, kunnen consumenten vanaf 23 april hun papieren brieven (tot 20 gram) gratis naar familie en vrienden binnen Nederland versturen. De prijs is, geheel in de stijl van internet, een reclameboodschap van een bedrijf achterop de envelop. Het idee blijkt zó uniek dat het bedrijf, zeggen de afzenders van het bericht, dat er een Europees auteursrecht op is verkregen. Maar ze zijn nu wel even druk op zoek naar adverteerders.

Gratis-post.nl is zelf geen postbedrijf. Op de brieven zit een postzegel van 44 cent van TNT. Die bezorgt de brief ook net als elke andere brief. Voor TNT kan het dus extra werk opleveren. Het nationale postbedrijf is er dan ook blij mee, zegt een woordvoerster in Trouw: „Het is gewoon fijn dat men in deze tijd van elektronische post voor een papieren brief kiest." De gratis enveloppen moeten op het internet worden besteld. Daarbij betaalt men meteen een tweede 'prijs', via instemming om eenmalig e-mail van de adverterende bedrijven te ontvangen. Per keer kunnen vijf enveloppen worden aangevraagd.

Gratis-post.nl is niet bang dat slimmeriken de postzegels van de enveloppen gaan weken en op eigen blanco enveloppen plakken. „De postzegels zijn er op gedrukt, dus dat wordt moeilijk", aldus een zegsman in het blad.

Reclamewereld.blog.nl | Nieuw initiatief: brieven gratis versturen dankzij reclame erop

Grolsch lanceert muziekportal

Grolsch lanceert muziekportal

 Grolsch lanceert samen met CU2Music het muziekportal Grolsch Talents. Op de site kunnen beginnende muzikanten muziek en clips plaatsen. Het televisiekanaal dat Grolsch vorig jaar startte, Grolschmusic, wordt op de site ook prominent onder de aandacht gebracht.

De bands die zich presenteren op de site Grolsch Talents worden onder de aandacht gebracht van scouts van de Grote Prijs van Nederland, de muziekprijs waar Grolsch hoofdsponsor van is. "Dit is één van de manieren om talent te ontdekken voor de Grote Prijs van Nederland," zegt Matthijs Schippers van NewRulez, de Ilse Media Dochter die eigenaar is van het merk CU2.

CU2Music is vorig jaar augustus gestart. Op dit moment staan op de site tussen de 500 en 600 profielen van bands. Een stuk minder dan op Hyves, waar meer dan 10.000 artiesten een profiel hebben aangemaakt.

Waarom heeft Grolsch gekozen voor CU2, dat een veel kleiner volume heeft dan Hyves? "Wij hebben Grolsch een totaalconcept aangeboden," zegt Dennis Saaltink, sitemanager van CU2 Music. Bezoekers van Cu2Music worden prominent gewezen op het bestaan van Grolsch Talents. Ook het netwerk van Ilse-eigenaar Sanoma en IlseMedia/NewRulez wordt ingezet om de site te promoten.

Grolsch Talents is op 1 maart in stilte gestart. Op dinsdag hadden 92 bands een profiel aangemaakt.

TV-kanaal Grolsch
Als een van de eerste adverteerders startte Grolsch vorig jaar een eigen tv-kanaal. Het kanaal Grolsch Music maakt deel uit van het digitale tv-pakket van Tele2 en is online te bekijken. Op het kanaal zijn registraties te zien van door Grolsch gesponsorde muziekevenementen. De Grolsch Grote Prijs is daar een voorbeeld van.

Grolsch is als sponsor betrokken bij de meeste grote muziekevenementen in Nederland. De bierbrouwer werk samen met Mojo en IDTV.Jongeren tussen de 18 en 24 vormen een belangrijke doelgroep voor Grolsch. Daarom speelt muziek een centrale rol in de marketingstrategie van de bierbrouwer. Jongeren zijn voor het merk belangrijk, omdat zij nog veel ‘switch gedrag' vertonen, als het gaat om de keuze van een biermerk.

Emerce - Media/Marketing nieuws: Grolsch lanceert muziekportal

Merk klanken

Merken scoren met klankenMerkenmanagement
19 januari 2007Alefdejong_3
 Namen en merken roepen vaak onbewuste reacties op bij de ontvanger. Reacties die van belang zijn voor de boodschap die je met een merk wilt overbrengen. Tenslotte krijgt ook uw merk maar één keer de kans om een eerste indruk te maken.
Namen en merken zijn opgebouwd uit letters. Met de verandering van één letter kan een naam heel anders gepercipieerd worden. In Amerika is onderzoek gedaan naar het verschil tussen de beleving van de i en de o. Om dat verschil te testen verzonnen de onderzoekers twee namen voor een niet bestaande auto, namelijk de Brimley en de Bromley. Ze vroegen de proefpersonen beide auto´s te beschrijven en aan te geven welke de grootste is. Enig idee welke van de twee volgens de respondenten het beste past bij de grootste auto?
Er gebeurt veel in ons hoofd wat we niet weten. Wat we wel weten is dat hersens vaak hun eigen gang gaan. Daar kunnen we van profiteren. Zo leert het Bromley-Brimley-onderzoek hoe één letter verschil een wereld van verschil in de perceptie maakt. De meeste proefpersonen wezen de Bromley aan als de grootste en meest comfortabele auto, met meer ruimte voor benen en hoofd dan de Brimley. Stiekem wisten we dit al, denk ik. Veel kleine auto’s hebben namelijk een i in hun naam: Mini, Twingo, Tigra, Clio en Micra.
Medeklinkers spelen ook een belangrijke rol. Meneer Eastman, de grondlegger van het Kodak-concern, wist dat 100 jaar geleden al. Toen hij met zijn reclamechef overlegde over een passende naam voor zijn product, sprak hij de onvergetelijke woorden ´Kan me niet schelen hoe het gaat heten, als ´t maar met een K begint en met een K eindigt´.
Gaat het om een mannelijk product dan kiezen we namen met harde medeklinkers: Pattex, Praxis, Xerox. Producten met een vrouwelijk karakter krijgen dus zachte medeklinkers: L’oreal, Nivea, Livera.
Houd daar rekening mee als je denkt over een nieuwe naam. Laat de onbewuste associaties in je voordeel werken. Het is een beetje zoals met fietsen met wind mee of tegen de wind in. Als de naam een ongewenste reactie oproept moet je harder werken, meer uitleggen, meer communiceren en dus meer geld uitgeven om je boodschap over te brengen.
Een verzameling letters maakt een complete naam met een betekenis. Soms heb je die er bewust in gestopt, maar niet altijd. Ga je met die naam over de grens pas dan op voor ongewenste associaties. De Fiat Croma had wel iets uit te leggen in Nederland. En Lococensus, de nieuwe naam voor de club die de waterschapsbelasting gaat innen, zou in Spanje begrepen worden als ´compleet waanzinnig´. Laat dus altijd een nieuw merk checken in de taalgebieden waar hij gebruikt zal worden.
Meer voorbeelden? Wat dacht u van Deawoo Espero. Spaans voor ‘ik wacht´. Nescafe. Spaans voor ‘geen koffie’, Dacia Nova. Spaans voor ‘gaat niet’. Naf Naf. Engels voor ‘slechte smaak’. Fiat Punto. Spaans voor ‘kleine penis’. En dan het oeroude voorbeeld van het Bums brood dat bij ons een groot succes was in de zestigerjaren, maar dat in Duitsland, om begrijpelijke redenen een megaflop werd. Er zijn vast meer van dit soort vergissingen. Wie kent voorbeelden uit zijn omgeving?
Conclusie: merken roepen associaties op, ongeacht of het gaat om fantasienaam of een samengesteld merk. Zorg dat die associaties stimulerend en positief werken voor uw merk. Dankzij internet vervagen de grenzen. Iedereen kan praktisch elk product overal verkopen. Onderzoek nieuwe namen daarom altijd op negatieve associaties in vreemde talen. Of laat dat over aan specialisten die daar verstand van hebben.

Sprout Expertlog: Merken scoren met klanken

maandag 19 maart 2007

Politiek & Programmaraden

Politiek loopt achter op ontwikkeling tv-aanbod'De kabelexploitanten willen het liefst zo snel mogelijk af van de programmaraden in Nederland. Tv-zender Family7 vindt dit onterecht en wijst juist op het belang van dit orgaan. De pluriformiteit van het tv-aanbod hangt er vanaf. Toch schort er nog veel aan het huidige systeem waar nieuwe kabelaanbieders niet worden geadviseerd door programmaraden.

"De politiek heeft de afgelopen jaren stilgezeten terwijl het aantal programma-aanbieders groeide. Al jaar en dag hebben de programmaraden in Nederland een functie om kabelexploitanten te adviseren over invulling van de basispakketten. Ze zorgen voor een pluriforme samenstelling van het tv-aanbod per regio en hebben daarmee een stem om het consumentenbelang te behartigen. Nu er echter nieuwe aanbieders op de markt zijn gekomen zoals KPN, TELE2, & CANAL DIGITAAL blijkt dat de politiek hier niets geregeld heeft voor de belangenbehartiging van de consument. Dat geldt eveneens voor het digitale basispakket van de kabelexploitanten. Ook daar mogen de programmaraden geen advies over geven," zo meldde Family7.

"Dat kabelexploitanten en andere tv aanbieders de programmaraden liever kwijt dan rijk zijn heeft alles met commercie te maken. Het spreekt vanzelf dat men de consument meer wil laten betalen door zenders aan te bieden in pluspakketten. Het vorige kabinet Balkenende stelde voor de programmaraden in te wisselen voor marktonderzoeken. Een dergelijk systeem werkt echter altijd in het voordeel van de gevestigde zenders. Door opname in basispakketten kregen zij de gelegenheid bekendheid op te bouwen bij een groot publiek. Zenders die nog moeten beginnen hebben dan per definitie een achterstand.

Het was premier Balkenende zelf die eind vorig jaar opriep tot meer respect op televisie. Hij maakte opmerkingen over de vergroving van omgangsvormen op televisie en vreesde dat wat er op tv te zien valt een weerspiegeling is van de samenleving. Ook om deze reden is het belangrijk dat programmaraden namens de consument toezicht houdt op de samenstelling van zowel de analoge als digitale basispakketten."

www.radio.nl: 'Politiek loopt achter op ontwikkeling tv-aanbod'

Internet gebruik tieners

Bijna alle gezinnen met tieners beschikken over een computer met internetverbinding
Vrijwel alle (98%) gezinnen met tieners hebben een computer met internetverbinding thuis, in bijna alle gevallen (94%) met breedband. Van de tieners gebruikt 82% dagelijks internet thuis tegenover 50% van de ouders. 76% van de gezinnen heeft 2 of meer computers thuis en 42% zelfs 3 of meer. Als er één computer in huis is, dan staat deze in bijna de helft (48%) van de gevallen in de woonkamer, bij elke extra computer in huis neemt de kans sterk toe dat er één op de kamer van een jongere staat. Meer dan de helft (55%) van de tieners heeft een computer op de eigen kamer; 43% van hen beschikt over een computer op de eigen kamer met een internetverbinding. Deze laatste jongeren gebruiken internet langer, chatten langer op msn en hebben ook vaker een eigen website.

Bijna alle tieners gebruiken msn. Eén op de drie ouders heeft zelf een msn-account
Bijna alle tieners (95%) gebruiken msn. 69% doet dit dagelijks en 62% doet dit langer dan een uur per keer. De meeste (90%) jongeren vinden face-to-face contacten het belangrijkst, terwijl msn door 77% van hen belangrijk wordt gevonden. Het versturen van brieven met de post of het chatten in een chatroom zijn het minst populair (beide 10%). Voor een serieus of belangrijk gesprek verkiezen tieners echter de telefoon boven msn. De meesten hebben meer dan 100 contactpersonen in hun msn contactpersonenlijst staan, maar 70% heeft met minder dan 20 personen daadwerkelijk regelmatig contact. De helft van de tieners gebruikt een webcam bij het msn’en. Eén op de drie ouders heeft zelf een msn account. Bijna de helft (45%) van alle ouders zegt goed te weten wat msn inhoudt. Slechts één op de tien jongeren is het ermee eens dat tieners die niet msn’en er niet meer bijhoren.Vaders vaak vaardiger bij moeilijke ict-takenOuders schatten hun tieners vaardiger in dan zichzelf en bovendien vaardiger dan de tieners zichzelf inschatten. Toch zijn tieners niet aanzienlijk beter in relatief makkelijke vaardigheden dan hun ouders (zoals zinnen verplaatsen in een tekst, afbeelding roteren, emailverzendlijst maken e.d.). Hooguit de helft van de tieners heeft moeilijker vaardigheden onder de knie (zoals. windows of een anti-virus programma installeren, een harde schijf plaatsen). Hier zijn de vaders duidelijk handiger in, ook wanneer de vaders worden vergeleken met de zonen. Als er al een digitale gezinskloof bestaat dan is dat tussen de moeders en rest van de gezinsleden. Moeders maken minder vaak gebruik van de computer en het internet, op minder diverse wijze en hebben ook minder vaardigheden. In de meerderheid van de gezinnen helpen gezinsleden elkaar met het internetgebruik. Bijna de helft (45%) van de tieners zegt de juistheid van informatie op internet te checken.

Meerderheid ouders op de hoogte van computeractiviteiten, internetzoekgedrag en msn-gedrag
Circa twee op de drie ouders weet wat hun tiener wel en niet op de computer doet en op internet zoekt al denken minder ouders dat hun tiener zich hiermee bezig houdt dan de tieners zelf aangeven. Ook weten de ouders vrij goed wat hun tiener wel en niet op msn doet. Hierbij onderschatten ze wel de frequentie en de duur van het msn-gebruik. Van de tieners met een website (bv. profielsite) is meer dan de helft (55%) van de ouders hiervan niet op de hoogte. 13% van de ouders weet wel dat hun kind een site heeft maar weet niet wat erop staat, 23% weet dat een beetje en 9% is daarvan goed op de hoogte. De helft van de tieners heeft nieuwe vrienden leren kennen via internet, een ruime meerderheid (78%) van hen heeft deze nieuwe contacten deze ook in het echt ontmoet. De meeste ouders van deze tieners zeggen dat hun tiener volgens hen geen nieuwe internetvrienden in het echt heeft leren kennen.

Hebben ouders te veel vertrouwen in het eigen kind op internet?
‘Gewenst gedrag’ van het eigen kind wordt overschat. 81% van de ouders geeft aan dat het kind volgens hen de computer wekelijks of vaker gebruikt voor huiswerk, tegen 62% van de tieners. ‘Ongewenst gedrag’ wordt onderschat. Risico’s op internet worden over het algemeen herkend maar minder ouders denken dat deze voor het eigen kind gelden. De helft van de ouders meent dat veel jongeren via msn worden gepest, maar slechts 4% denkt dat hun eigen kind wel eens pest, terwijl 12% van de tieners aangeeft dit wel eens te doen. 37% van de tieners zegt dat ze wel eens iemand voor de gek houden via msn door zich als een ander voor te doen; 9% van de ouders denkt dat dit het geval is. 85% van de ouders maakt zich zelden of nooit zorgen over de mogelijkheid dat hun kind ongewenst gedrag vertoont via de webcam, msn en op het web geplaatste foto’s. De meerderheid (56%) van de ouders controleert het websitebezoek van hun tiener niet omdat ze hem of haar vertrouwen. 65% van de ouders maakt zich zelden of nooit zorgen dat hun kind een privé-leven op internet heeft waar ze geen zicht op hebben.

Digitale leefwereld tieners

44 meter hoge parkeermeter

JCDecaux plaatst parkeermeter langs snelwegVoor de introductie van het Persoonlijk Financieel Plan zet ABN AMRO een multimediale campagne, ontwikkeld door reclamebureau TBWA in. Onderdeel hiervan is een spectacular op onze reclamemast Royale. Om aan te geven dat ABN AMRO in een uur een Financieel Plan kan maken, heeft JCDecaux Innovate een parkeermeter op deze 44 meter hoge reclamemast geplaatst.De parkeermeter is 7,5 meter hoog, dubbelzijdig uitgevoerd en geheel drie dimensionaal. Het tijdvak is verlicht en geeft met retro reflecterende wijzers 60 minuten aan. De tijd die het ABN AMRO ongeveer kost om een Persoonlijk Financieel Plan voor haar Preferred Banking klanten op te stellen. De megaparkeermeter trekt extra veel bekijks van de 450.000 mensen die dagelijks de splitsing A2/A10 passeren.De multimediale campagne is ontwikkeld door reclamebureau TBWA.

JCDecaux

Eerste vriendin

Realbeer.com Beer Therapy » Blog Archive » A different sort of St. Pauli girl

vrijdag 16 maart 2007

Coca-cola start met in-game advertising

Voor de promotie van Coca-Cola Zero kiest Coca-Cola in Nederland onder meer voor ‘in game’ advertising. De advertenties zullen verschijnen in racegames voor Xbox en PC die online gespeeld worden. Deze reclame is dus alleen zichtbaar voor gamers in Nederland en de uiting verschilt per spel en per spelsituatie.Het is de eerste keer in Nederland dat deze vorm van ‘in game’ advertising plaatsvindt. Microsoft Digital Advertising Solutions verwacht dat adverteren via online games de komende jaren zal toenemen.Met Zero richt Coca-Cola zich op mannen die op zoek zijn naar uitstekende smaak, maar dan zonder suiker. Coca-Cola wil mannen met dit product inspireren om een geweldig leven te leiden met alle voordelen, zonder zich neer te leggen bij de nadelen. De boodschap luidt dan ook: “Great Life without Downsides”. Om deze boodschap onder de aandacht te brengen van mannen, werd gekeken naar zogenaamde ‘passion points’ van deze doelgroep. In Nederland zijn dit racing en gaming.De Coca-Cola Zero campagne zal te zien zijn in:• Need for Speed (voor Xbox en PC);• Trackmania United, Trackmania Original en Trackmania Sunrise (voor PC);• TOCA Race Car Driver (voor Xbox en PC).Iedereen in Nederland die deze games online speelt, kan de advertenties zien.Gerelateerde items * - In-Game Advertising $1.2 miljard waard in 2010

Coca-Cola start met in-game advertising

donderdag 15 maart 2007

Eyetracking tijdens commercial

Voorbeeld eyetrackingTijdens de Media Expo was ik één van de respondenten tijdens een eyetrackcase van Intomart GfK, waarin een commercial van Martini werd gebruikt. Het leek me wel aardig om eens zo'n filmpje te laten zien. Hierbij het resultaat:

http://www.mediaonderzoek.nl/comments.php?id=806_0_1_0_C

Het blauwe balletje volgt mijn oogebewegingen en op het moment dat het balletje stilstaat en groeit blijf ik langer op die plaats hangen met mijn ogen. Een zeer mooie techniek die in de afgelopen jaren sterk is verbeterd. 'Vroeger' had de respondent een half laboratorium op z'n hoofd, maar tegenwoordig zit alle techniek in het speciale scherm, zodat de respondent volledig naturel kan kijken.Met dank aan Intomart GfK voor het beschikbaar stellen van het filmpje en Martini voor de speciale toestemming.

Voorbeeld eyetracking

Meetbare emoties bij advertenties

Meetbare emotiesHadden we pas een aantal voorbeelden van eyetracking, nu blijkt het mogelijk om ook emoties te meten op het moment dat respondenten naar een uiting kijken.De emotionele respons wordt gemeten met een eyetrackmonitor. De pupilverwijding en de pupilreflex geven aan in hoeverre een communicatie-uiting emoties oproept. Belangrijk hierbij is dat ook kan worden aangeven of de communicatie-uiting positief, negatief dan wel neutraal door de respondenten wordt beleefd. Naast het meten van de emotionele respons wordt ook direct het kijkgedrag in beeld gebracht. Dus eigenlijk een soort eyetrack+ onderzoek.Bij emotionele respons zijn drie dimensies te onderscheiden:Arousal geeft de sterkte van de emotie van de respondent weer op een schaal van 0 tot 10. Hierbij wordt een berekende betrouwbaarheid van 95% weergegeven. Er zijn minimaal 10 respondenten nodig om hier een waarde af te geven.Affectivity geeft het percentage respondenten aan waarbij een emotie is opgeroepen nadat de afbeelding is getoond.Valence geeft het percentage respondenten aan dat op een plezierige, onplezierige of neutrale manier reageerde op de afbeelding. Voor deze beoordeling zijn minimaal 30 respondenten nodig om een goed waarde oordeel te geven over de getoonde afbeelding. In de praktijk betekent ‘neutraal’ dat mensen dit zich niet meer kunnen herinneren.Een andere belangrijke functie van emotiontracking is het meten van de visuele aantrekkingskracht. Dit geeft de mogelijkheid om de effectiviteit te beoordelen van de layouts en ontwerpen van allerlei marketingmateriaal. Met behulp van een Hotspots Analyse is te zien waar de aandacht van de respondenten naar toe getrokken wordt (areas of interest). Maar ook de tijd dat mensen naar elke aandachtspunt kijken en welk kijkpatroon ze hebben. De H&M-uiting van hierboven ziet er dan ongeveer zo uit:imageDe techniek van emotiontracking wordt op dit moment als eerste in Nederland door DiepbiZniZ gebruikt. Klik hier voor meer informatie.

Meetbare emoties

Hadden we pas een aantal voorbeelden van eyetracking, nu blijkt het mogelijk om ook emoties te meten op het moment dat respondenten naar een uiting kijken.

image